woensdag 26 maart 2014

Verdiepingsopdracht Kaas van Willem Elschot

Kaas

Kaas is een voedingsmiddel gemaakt van melk. Er is een theorie met betrekking tot de ontdekking van het productieproces van kaas is dat het zo'n zesduizend jaar geleden bij toeval is ontdekt door nomaden. Melk werd vaak bewaard in varkens- of rundermagen en als deze werden meegenomen, werd de melk voortdurend heen en weer geschud. Tijdens zo'n tocht kunnen de bacteriën die van nature in de maag zitten de zure melk veranderen in een vast en vloeibaar gedeelte.

In de meeste gevallen wordt kaas gemaakt van koeienmelk. Maar ook geitenkaas, schapenkaas, paardenkaas en zelfs kamelenkaas wordt er gemaakt.

De kaasmarkt in Alkmaar is een toeristische attractie. Vroeger werden hier namelijk kazen geïmporteerd, en op bijzondere wijze afgevoerd.

 

In Nederland hebben kazen verschillende rijpingstijden:
BenamingRijpingstijd
Jonge kaas 4 weken
Jong belegen 8 - 10 weken
Belegen 16 - 18 weken
Extra belegen 7-8 maanden
Oude kaas 10-12 maanden
Overjarige kaas- 12 maanden of meer

dinsdag 25 maart 2014

Sjeumig verdiepingsopdracht

Pepijn Lanen alias Faberyayo

Pepijn Lanen, geboren op 4 augustus 1982 te Utrecht, is niet alleen de auteur van het boek dat ik gelezen heb. Hij staat voornamelijk bekend onder zijn artiestennaam: Faberyayo, officier yayo, yayo etcetera. Faberyayo is doorgebroken De Jeugd Van Tegenwoordig. Een muziekgroep bestaande uit Vieze Fur (uitgesproken als: Vjezze Fur), Willie Wartaal en Faberyayo zelf. Albums van De Jeugd Van Tegenwoordig zijn:

* Parels voor de zwijnen (2005)
* De machine (2008)
* De lachende derde (2010)
*Ja, natúúrlijk (2013)

Ook heeft Pepijn Lanen, samen met Piet Parra en Rimer London, muziek gepubliceerd. Deze popgroep genaamd LeLe heeft in 2008 een album genaamd 'Flage' gepubliceerd. 

Piet Janssen, beter bekend als bekend als Piet Parra, is overigens een illustrator/ grafisch designer/ kunstenaar die ook gezorgd heeft voor de illustraties van het boek Sjeumig. Piet Parra is een kunstenaar die wereldwijd beroemd is. Zijn werk vind je veel in de hedendaagse sneakerscène. Met het merk Rockwell by Parra zet Parra de illustraties op kleding, bierglazen, skateboarddecks en ga zo maar door. Ook ontwierp hij samen met Nike één van de meest succesvolste en exclusieve Nike Air Max 1 x Piet Parra x Patta.

Werken van Piet Parra
De Nike Air Max 1 x Parra x Patta, maarliefst 3000 exemplaren over de hele wereld

Parra x Duvel, leuk om als cadeau te krijgen hè?

Casio G shock x Parra

Weirded Out by Parra (schilderij)

Verdere bekende werken van Faberyayo
Vooral niet te vergeten was één van de meest epische mixtapes die ik ooit gehoord had. Ski or Die van Ski Leraar Bruin Money Gang, afgekort SLBMG, is een mixtape die Faberyayo, Sef en Spacekees samen hebben gepubliceerd. Dit naar aanleiding van het nummer Ski Leraar Bruin 1 t/m 3. Met de hit single 'Brandend sneeuw'.

Clip: Brandend sneeuw ( te episch om te verwoorden )


Faberyayo heeft ook soloalbums gepubliceerd en singles. Zijn eerste officiële soloalbum heet: Coco. Zijn meest recente Ep. is in samenwerking met de Amsterdamse producer Fs Green. Sex, drugs, kleding en centen heet het album. Met in totaal vijf nummers. Samen met Patta had Yayo ook een t-shirt in de verkoop gezet. Natuurlijk is de legendarische mixtape 'Het grote gedoe' niet te vergeten. Woorden die deze woordkunstenaar gebruikt in zijn muziekteksten komen ook terug in het boek.


Patta x Faberyayo 

Coco

Uniform - Faberyayo ( Uniform bestaande uit:  A.P.C broek, Patta jas, t-shirt van Rockwell by parra, Clarks desert boots, en een Ray-Ban zonnebril)


A.P.C. brakka, Patta Parra jacka, desertboots Clarks, Raybans Planga
~Officier Yayo




woensdag 29 mei 2013

De man die even wilde afrekenen ( Polis, polis, potatismos!)

De auteur
De auteurs van het boek,  ‘de man die even wilde afrekenen’, zijn het Zweedse schrijversechtpaar Maj Sjöwall en Per Wahlöö. Zij hebben een boekenreeks van tien misdaadromans geschreven in de tijdsloop van 1965 tot 1975. Het boek dat ik gelezen heb, is het zesde deel in de reeks en uitgegeven in 1970. De boekenreeks is vertaald in circa 25 talen en dus ook in het Nederlands. De 10 boeken die zijn uitgegeven zijn:
De vrouw in het Götakanaal (Roseanna, 1965), over een mysterieuze vrouw wier lichaam in een kanaal wordt gevonden.
De man die in rook opging (Mannen som gick upp i rök, 1966), over een journalist die tijdens een bezoek aan Hongarije verdwijnt.
De man op het balkon (Mannen på balkongen, 1967), over een kindermoordenaar.
De lachende politieman (Den skrattande polisen, 1968), over een massamoord in een stadsbus.
De brandweerauto die verdween (Brandbilen som försvann, 1969), over een merkwaardige brand in een woonhuis.
De man die even wilde afrekenen (Polis, polis, potatismos!, 1970), over de moord op een semi-malafide grootindustrieel.
De verschrikkelijke man uit Säffle (Den vedervärdige mannen från Säffle, 1971), over de moord op een politie-inspecteur met sadistische trekken.
De gesloten kamer (Det slutna rummet, 1972), waarin Martin Beck de moord op een man in een gesloten kamer moet oplossen, naast een serie bankovervallen.
De politiemoordenaar (Polismördaren, 1974), over de verdwijning van een vrouw en de moord op een politieman - die met elkaar te maken lijken te hebben.
De terroristen (Terroristerna, 1975), over een bankoverval, een moord, en het bezoek van een Amerikaanse senator aan Stockholm. Het dikste boek uit de serie, vaak als slechtste beoordeeld vanwege de langdradige en afleidende politieke verhandelingen.




Maj Sjöwall en Per Wahlöö
Maj Sjöwall is geboren op 25 september 1935 te Stockholm.  Per Fredrik Wahlöö  is geboren op 5 augustus 1926 te Tölö en overleden op 22 juni 1975. Per Wahlöö heeft als misdaadverslaggever gewerkt, voordat hij en Maj Sjöwall begonnen aan de boekenreeks . Ik denk dat zijn baan er toe heeft laten leiden om te gaan schrijven. Er is namelijk wel een verband. Het boek dat ik gelezen heb is namelijk de definitie van een detective. Het verhaal wordt best gedetailleerd verteld. Zelf dacht ik dat het dus dat de baan van Per Wahlöö wel invloed heeft gehad op de manier van schrijven.
 Zij hebben samen dus een boekenreeks van tien boeken geschreven waarin Martin Beck, een politieagent uit Stockholm, de hoofdrol speelt. Voor het boek de lachende politieman, hebben ze in 1971 een Edgar Award gewonnen. Het schrijversechtpaar had een relatie van 13 jaar die beëindigd is door de dood van Per Wahlöö. Hij stierf op 48 jarige leeftijd aan kanker in Malmö.
Verder antwoord op de vraag: ‘zie je een verband tussen de hoofdpersoon uit het boek en de auteur?’ zou ik niet kunnen beantwoorden . Dat komt omdat ik geen uitgebreide biografie over de auteurs kon vinden.

Thematiek
Het boek is niet alleen in 1970 geschreven, maar het speelt zich ook af in die tijd. 1969 om precies te zijn. Zodra je het boek opent op de eerste bladzijde dan zal je zien dat de datum ook meteen in het boek wordt vermeld. Ook worden er bepaalde voorwerpen en manieren van doen in het boek dusdanig omschreven,  dat je ook weet in welke tijd en periode het verhaal zich afspeelt. Een voorbeeld hiervan is dat er een auto in het verhaal wordt genoemd dat een echte auto is van die tijd, namelijk de Plymouth. Zo zijn er meerdere voorwerpen, maar ook situaties, die herkenbaar zijn voor die tijd. Het onderwerp is best wel actueel. Een man genaamd Viktor Palmgren wordt door zijn hoofd geschoten  door een oude werknemer van zijn firma. De politie probeert de dader op te sporen. Er worden allemaal fouten gemaakt en er zijn veel dode sporen, maar uiteindelijk vinden ze de dader.

Betoog
Ik ga mijn korte betoog schrijven over het te langzaam, of roekeloos optreden van politieagenten bij calamiteiten. In het boek dat ik gelezen heb worden er namelijk fouten gemaakt door agenten. Het waren cruciale fouten, die veel invloed hadden op het onderzoek naar de dader. Nu gebeurt niet zo vaak, maar ik kan zo een voorbeeld erbij halen. Dit is het ongeval op 22 oktober 2011, waarbij de politie een file veroorzaakte om benzine dieven in te sluiten. Alleen stopten de dieven niet. Hierbij kwam er een botsing, dat tot gevolg had dat de 35 jarige bestuurder van een andere auto om het leven kwam. Dit komt door  overhaaste beslissingen van de politie. Ook lukt het agenten vaak niet binnen 15 minuten op plaats van bestemming te zijn.  Volgens minister Opstelten moet het beter kunnen. Dit zei hij vorig jaar als reactie op een column dat geschreven was door RTL. Nou weet ik zelf niet hoe een politieopleiding in elkaar zit, en wat ze allemaal aangeleerd wordt. Maar als er twee dingen erg belangrijk zouden zijn, dan zijn het wel het op tijd zijn van te politie en geen overhaaste beslissingen te nemen zonder dat er wordt gekeken naar wat er allemaal zou kunnen gebeuren. Dit zou simpelweg door goede communicatie en alert makkelijk haalbaar. Ik vind gewoon dat ze altijd op tijd moeten zijn en geen domme beslissingen maken, want als politie krijg je een grote verantwoording. Maar dan moeten ze ook hun plichten nakomen.

Stijl
In welke stijl dit boek geschreven is , is voor mij volkomen onduidelijk. Dit komt niet door het leesboek, maar door het feit dat ik niets over stijlen in het boek ‘op niveau’ kan vinden daarover. Op zich is het boek erg makkelijk te begrijpen en ook leuk om te lezen. Het genre van het boek is detective, maar wat zo leuk is van dit boek is dat er meteen in het begin van het verhaal de moord van Viktor Palmgren plaatsvind. Normaal als ik boeken lees, dan is er altijd een langdradige introductie. Maar bij dit boek niet, en dat vind ik er zo leuk aan. Voor de rest vind ik ook hoe de situaties in het verhaal omschreven worden, erg duidelijk zodat ik mezelf kan inleven in verhaal.

Fantasie & creativiteit
Mijn eerste verbeterpunt zou zijn: Het boek is erg kort en het zou nog ietsjes uitgebreider kunnen zijn. Aangezien situaties zo dusdanig duidelijk omschreven werden vond ik dat het toch nog wat uitgebreider kon.
Mijn tweede verbeterpunt zou zijn: Het einde is volgens mijn doen een beetje afgeraffeld. Van mij zou het nog een wending kunnen gebruiken op het einde. Toen de dader eenmaal opgepakt was, gaf hij zo makkelijk een bekentenis af. Het zou leuker geweest zijn als er meer een complot was en dat de misdaad die gepleegd was nog groter was dan dat de politie al dacht.

Nieuw einde
Bertil Svensson werd verhoord door Martin Beck. Het verhoor liep soepel. Er waren geen onderbrekingen en de ondervraagde vertelde zijn verhaal aan Martin Beck die zijn dossier al gelezen had. Ontslag, alcohol, een scheiding, kindermisbruik en op straat worden gezet had deze man waarschijnlijk helemaal mentaal gebroken. ‘Het kwam allemaal door Palgren’ zei Bertil Svensson. Hij had hem nog nooit ontmoet, maar hij kende dat soort type mensen. Hoe ze waren, hoe ze deden, hoe ze praten. Svensson kwam op die warme dag in Juli 1969 van de schietbaan. Het was gebruikelijk dat hij zijn pistool mee nam naar zijn huis. Maar toen hij op de fiets langs het restaurant kwam waar hij Svensson zag, besloot hij naar binnen te gaan om de klus te klaren. Wat niemand wist, was dat er een tweede speler was in dit complot. Wat nog niemand wist. Charlotte Palgrem. De vrouw die op zijn roem uit ging. Want wat moest een vrouw in de eind twintig met een man van middelbare leeftijd. Juist. Geld. Want zodra Viktor dood was, dan zou zij al het geld krijgen. Ook Bertil Svensson zou een deel van het geld krijgen. Maar door zijn paniekaanval die hij had gekregen, nadat hij Viktor in zijn schedel had geschoten, was het allemaal zo slordig verlopen, dat Bertil Svensson niet meer op zijn geld hoefde te rekenen. Maar hij had geen spijt van de daad die hij verricht had. Trouwens niemand miste Viktor Palmgren.  Charlotte Palgren werd vervolgens veel gezocht. Maar er was geen spoor van haar of het geld nog te vinden.Ondertussen moest de mordenaar Bertil Svensson verhoord worden. Sinds dien heeft er nooit iemand meer wat van hem gehoord. Martin Beck voelde zich opgelaten. ’Waar zou ze nou kunnen uithangen?’ vroeg hij zichzelf af. Hij keek dossiers door, belde vliegvelden op enzovoorts. Waarschijnlijk had ze haar naam veranderd. En toen schoot het Martin Beck te binnen. Ze was naar haar huis in Estoril. Het was namelijk winter aan het worden er waar zou ze anders naartoe moeten. Door middel van een paar telefoontjes is het uiteindelijk Martin Beck geslaagd om haar te laten uitleveren aan Zweden waar ze vervolgens vervolgd zal worden. Zaak gesloten. Al het gedoe was eindelijk over. Martin Beck ging naar zijn huis waar hij vervolgens onder genot van een drankje to

vrijdag 26 april 2013

Verlichting


Krinke Kesmes, een vroeg imaginair reisverhaal

1 - Leg uit waarom en hoe imaginaire reisverslagen in dienst stonden van de Verlichting.
Imaginaire reisverhalen beschreven reizen naar landen, gebieden en volken die niet bestonden, behalve dan in het hoofd van de schrijver. Verlichte auteurs gebruikten het genre om te dromen over betere, rechtvaardiger samenlevingen. 

2 - Waarom kozen verlichte schrijvers volgens jou voor een onbewoond eiland om iemand een nieuw bestaan te laten opbouwen?
Een onbewoond eiland is niemandsland, dus gelden er geen wetten en plichten. Hierdoor zou de schrijver een wereld kunnen schetsen naar zijn idealen.
3 Ga naar de tekstpagina Krinke Kesmes en lees het tekstfragment. De hoofdpersoon is volmaakt gelukkig met zijn eenzame, eenvoudige, zelf opgebouwde bestaan. Hij is vrij en blij. Ook dit is een manier om de lezer aan het denken te zetten. Probeer te verklaren waarom.
Zelf denk ik is deze tekst zo geschreven om de volgende boodschap naar de lezer over te brengen: je hoeft niet veel te hebben om een gelukkig leven te lijden.


Modern columnisten: Weyerman en Van Effen

1 – Leg in enkele zinnen uit wat een spectator is.
Een spectator is een toeschouwer als het ware, die bespottelijk de wereld om zich heen beschreef. Ook hielden spectators ervan om discussies uit te lokken. Een spectator gebruikte een schrijfstijl, waar zij bijvoorbeeld ingezonden brieven in hun tijdschrift verwerkten.
2 - Een van de tijdschriften van Weyerman draagt als titel Den ontleeder der gebreken. Leg uit wat Weyerman met deze titel bedoeld kan hebben.
De onwetendheid in de geneeskunde of ontleedkunde . Zelf denk ik dat het dat betekent, want pas vanaf die tijd zijn mensen zich meer met wetenschap gaan bezighouden.
3 – Lees de auteurspagina over Justus van Effen. In diens De Hollandsche Spectator staan voortdurend ingezonden brieven over maatschappelijke vraagstukken die tot veel discussie leidden, zoals het begraven in of buiten de kerken. Als jij een spectator was, waarover zou je je dan opwinden? Schrijf een verhaal of een ingezonden brief over dit onderwerp.
Als ik een spectator was in het hedendaagse leven zou ik me denk ik opwinden over het probleem van smartphones.
Iedere dag als ik over straat loop kijk ik om me heen en zie ik mensen gericht naar een klein vierkant beeld kijken. Zowat elke minuut van de dag zie je jongeren, maar ook sommige ouderen, en daarmee bedoel ik geen 65 plussers, met hun mobieltje in hun hand lopen. Maar wat is er zo belangrijk dat je constant op je telefoon moet zitten te pingen, whats-appen, facebooken, internetten, noem het maar op. Kijk om je heen, want alles gebeurt om je heen. En dus niet op een klein beeldscherm.




Pulp fiction: het succes van populair proza 


1 – Welk soort mensen speelt de hoofdrol in populair proza?
De hoofdpersonen in deze verhalen waren gewoon hedendaagse mensen, als studenten, werklozen, avontuurlijke vrouwen, hoeren en oplichters et cetera. Dit was een hele verandering in vergeleken de verhalen over ridders, koningen, Bijbelse personages of fabeldieren.


2 - Avonturenromans als De Amsterdamse lichtmis, De ongelukkige levensbeschryving van een Amsterdammer en De Kloekmoedige land- en zeeheldin laten zien dat de achttiende eeuw misschien wel niet zo verlicht was als doorgaans wordt gedacht. Leg uit.
Wat bleek is dat er in die tijd er ook weinig geld te besteden was, en dat  er nog veel gereisd werd. Ik denk dat er dus nog niet zoveel ontdekt was in die tijd.
3 Lees het tekstfragment uit De Amsterdamse lichtmis. Valt er iets van moraal, van gewetenswroeging bij de twee vrienden te bespeuren? Kun je je voorstellen dat niet iedereen, de literaire kritiek bijvoorbeeld, of dominees, blij was met dit soort avonturenromans? Leg uit.
De eerste vraag snap ik niet die gesteld wordt, want in het fragment wordt er uitgelegd over een beurs waar Joodse handelaren kwamen. Ook dat de ik persoon in het verhaal fooi kreeg voor iets wat ook niet bekend was, en dat hij soms een stuk taart kreeg. Voor de rest denk ik dat er vast wel literaire kritiek is gegeven op het verhaal door de protestantse kerk, omdat er veel gepraat wordt over geld en ook over diefstal.



Sara Burgerhart: roman in brieven

1 – De briefroman wordt ook wel aangeduid als roman-nieuwe stijl. Wat is nieuw aan de briefroman?
De briefroman is een genre, waarin verhaal wordt verteld door middel van brieven die verschillende personages aan elkaar schrijven.
2 - Waarom zijn brieven zo geschikt om een verhaal te vertellen?
Omdat brieven echt gericht naar een bepaald persoon geschreven wordt.
3 De les die Wolff en Deken hun lezeressen voorhouden zou je kunnen omschrijven als ‘eerst denken, dan doen’. Lees de tekstpagina Sara Burgerhart. Wat had Sara moeten denken of doen? Wie vind je naïever, Sara of R.?
Sara was erg naïef, want doordat ze zo zich heeft laten om praten door R. werd ze bijna verkracht.


 Rhijnvis Feith experimenteert met gevoelens


1 – De sentimentele roman Julia gaat over de liefde, toch werd de roman niet als zedenbedervend beschouwd. Leg uit.

2 – Op welke manieren weet Feith de roman te vernieuwen? Denk hierbij aan stijl en inhoud.
Feith gaf een christelijke draai aan zijn verhalen. Ook worden de gevoelens en gedachtes van de hoofdpersonen meer geuit.
3 De sentimentele mens barst voortdurend in tranen uit, omdat woorden te kort schieten. In Julia snikt Eduard: ‘Nee! ik merk het, er is nog geen taal voor het gevoel – of het moesten de tranen – de gezegende tranen zijn – ja! zij zijn het – zij verlichten nu mijn geprangde borst – zij komen mijn flauwe woorden te hulp en alles wordt uitdrukking! – JULIA!’
Lees de auteurspagina over 
Arend Fokke Simonsz en leg aan de hand van het citaat uit wat Fokke Simonsz zo bespottelijk vond aan sentimentele literatuur.
Wat vind je van Eduard? Is hij een macho, een watje, of juist een moderne, gevoelige jongen? Leg uit.
Eduard is geen macho nog een watje. Ik denk dat een manier van versieren was, waardoor de partner zich veilig voelde om ook zijn of haar gevoelens te uiten. Ik heb helaas het fragment van Arend Fokke Simonsz niet kunnen vinden. Ik zou dus niet kunnen weten waarom hij het zo bespottelijk vond,  want dat zou ook afhangen van zijn idealen. Misschien vond hij het te klef.

donderdag 21 maart 2013

Max Havelaar

Max Havelaar


Koffiveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy



Waarom ik dit boek heb gekozen
Ik heb het boek Max Havelaar gekozen, omdat het me werd voorgesteld. Ik wist namelijk zelf niet wat ik moest kiezen, en ik keek ook op de site van www.lezenvoordelijst.nl maar daar vond ik ook niks. In het begin leek het me best wel een leuk boek om te lezen, omdat het echt ging over de koloniale tijd in de geschiedenis van Nederland. Achteraf heb ik wel spijt van mijn keuze want het boek was erg moeilijk om te lezen. Later in mijn weblog geen ik verdere toelichting 


Korte samenvatting
Max Havelaar is een boek dat je zou kunnen onder verdelen uit twee verschillende verhalen, namelijk het verhaal van Batavus Droogstoppel over de koffiecultuur en het verhaal van Ernest Stern over Max Havelaar. Uiteindelijk was het verhaal over ‘Koffiveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy’ maar een ondertitel. De twee verhalen verwijzen wel voortdurend naar elkaar. In het verhaal van Ernest Stern wordt vooral over de nieuwe assistent-resident, Max Havelaar, gesproken over hoe de tekenen van onrecht in Lebak zal opkomen. Ondertussen wordt Stern door Droogstoppel onderbroken die het niet eens is met het verhaal, omdat hij er nergens uit kon opmaken dat er in Lebak koffieplantages waren. Stern ging verder over het verhaal van Havelaar, en vertelde over de vele misstanden en ook het tragische verhaal van Saïdjah en Adinda. Ook dit is weer een apart verhaal in het boek.


Twee belangrijke momenten

"Ik zag.....zaken aantoonden"     Blz. 40

In dit fragment nam begon Droogstoppel toch geïnteresseerd door de documenten van Sjaalman heen te bladeren. Het verhaal gaat daarna ongeveer zeven bladzijdes verder met wat er allemaal in dat pakket van Sjaalman staat. Hierna wordt met behulp van deze documenten het verhaal geschreven.

“Saïdjahs vader..…het huis.”      Blz. 264

In dit fragment wordt vertelt over de buffel van Saïdjah's vader die werd afgenomen door het districtshoofd. Wat een voorbeeld is van de uitbuitingspraktijken die zich voor deden toen der tijd.

De hoofdpersoon


De hoofdpersoon van het boek, Max Havelaar, strijdt in het verhaal tegen de uitbuiting die zich in Lebak plaats vind. Max Havelaar is een autobiografisch figuur verzonnen door Multatulli ( Eduard Douwes Dekker). In het verhaal  wordt hij vernoemd als assistent-resident van Lebak wat ligt in de kolonie Nederlands-Indië. Max Havelaar blijkt vele goede eigenschappen te bezitten. Hij wordt vooral gekenmerkt door zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Havelaars belangrijkste opvatting is dat er aan niemand onrecht gedaan mag worden. Na verloop van tijd grijpen de Nederlands-Indische autoriteiten in, vanwege de opvattingen die hij heeft. Ze willen hem niet meer in dienst. Hij gaat weer terug naar Nederland waar hij erg arm is. Hij is zo arm dat hij in de koude maanden geen winterjas kan permitteren, noch voor een goed huis voor zijn gezin kan zorgen. Dan besluit hij zijn boek te gaan schrijven met als doel zijn eer te herstellen en om de positie van de Javanen te verbeteren.

Taalgebruik in het boek

Zelf had ik wel moeite met het boek. Dit kwam voornamelijk door het taalgebruik. Voor de tijd waarin het geschreven is, is het wel modern geschreven. Maar nog steeds, vind ik in ieder geval, zijn er veel zinnen die voor mij raar verlopen. Dit komt zowel door het vocabulaire, gezegdes, spreekworden als de zinsbouw. Ook zijn er woorden in het boek die woorden aangeduid met een sterretje (*), waardoor je constant verwezen wordt naar het einde van het boek waar de definities staan van die woorden. Ik vind dat een erg onaangename manier van lezen.

"En als.....echte floszij*.    Blz. 141

Definitie floszij: Eerste spinsel van een zijderups

Slot

Het boek heb ik voor de rest met veel moeite moeten lezen. Het is voor mijn gevoel een erg moeilijk boek om te lezen. Door dit kwamen er niet echt bepaalde gedachten/ associaties in me op. Het boek heeft natuurlijk een moraal. Maar het boek was voornamelijk om de ogen te openen van de Nederlanders. De strijd tegen uitbuiting van de bevolking van Nederlands-Indië staat centraal. Je zou kunnen zeggen dat het moraal strijd tegen uitbuiting van de bevolking is. Natuurlijk is uitbuiting in het hedendaagse leven nog een probleem, maar in tegenstelling tot de koloniale tijd valt het nog redelijk mee.

Dit jaar heb ik ook nog twee andere boeken gelezen, namelijk Sonny Boy en De donkere kamer van Damokles. Overeenkomsten tussen deze drie boeken is de manier hoe karakters, plaatsen en situaties omschreven worden. Dit bedoel ik positief, omdat je zelf een beeld kan schetsen en dat je, je echt kan identificeren in de karakters.

twee vragen voor de lezers:

Wat vind jij van de onderdrukking in het voormalige Nederlands-Indië?

Zie jij nog tekenen van deze geschiedenis in het hedendaagse leven?

vrijdag 1 februari 2013

Renaissance

 

Schrijven voor een speciale gelegenheid


1) Waarom waren gelegenheidsgedichten zo’n belangrijk genre in de zeventiende-eeuwse literatuur?

Gelegenheidsgedichten waren een belangrijk genre in de zeventiende eeuw, omdat het aan dichters gevraagd werd om iets te schrijven bij openbare gebeurtenissen bijvoorbeeld: een huwelijk, een begrafenis, de opening van een gebouw, het begin van een oorlog, een gewonnen zeeslag of hoog bezoek van een vorst. Ze werden hardop voorgelezen en belangstellenden kregen ze op een apart vel mee naar huis. De dichter ontving er een kleine beloning voor.
2) Lees de literatuurgeschiedenispagina ‘Joost van den Vondel, de prins der dichters’.
    

a. Beschrijf de rol van de moeder, van het kind en van de verteller in het gedicht Kinder-lyck.

De rol van de verteller is om te beschrijven wat er gebeurt. De rol van de moeder is een verdrietige nabestaande, en de rol van het kind is een kind in de hemel die zijn moeder troost
b. Welke algemene les verbindt de verteller aan de gebeurtenissen?

Dat niets voor altijd is.
c. Geef twee betekenissen voor de titel Kinder-lyck.

‘Constatijntje’ is nog een kind, maar ook dood. De titel heeft dus twee betekenissen ook wel kinderlijk of kinder- lijk.


3) a. Welke indruk krijg je van de stad Amsterdam als je Bredero’s tekst leest?

De indruk die ik krijg van Amsterdam is dat er veel handel is. Maar ook dat er veel geroddeld wordt, omdat mensen wisten wie die man is.


b. Welke indruk van Amsterdam geeft Vondels tekst je?

Ik krijg ook weer de indruk dat er veel handel is, omdat in de tekst wordt vertelt dat op het marktplein veel verkochte handelswaren zijn op karren of om mensen hun hals.


c. Noem een overeenkomst en een verschil dat jou het meeste opvalt.

Een overeenkomst is dat het in beide teksten erg druk is in Amsterdam. Maar een verschil dat mij het meest opvalt is dat er in Bredero’s tekst het grover is.


d. Welk fragment vind je betere ‘reclame’ voor Amsterdam?

Fragment twee, want de markt lui in fragment één zijn namelijk erg brutaal
 

Joost van den Vondel, de prins der dichters


1) Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’.
    De twee redenen waarom  Joost van den Vondel  'de grootste schrijver' genoemd werd, was ten eerste omdat mensen het mooi vonden als de stad waar ze vandaan kwamen mooi werd omschreven. Ook beoefende hij bijna alle literaire genres die Nederland tijdens de renaissance beoefende.
2) Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.

Vroeger werd alles mondeling verspreid, omdat er toen nog geen uitgeverijen waren. Dus teksten werden niet zo vaak gepubliceerd en dus zou de schrijver niet zoveel ermee verdienen. Maar als je nu een tekst zou schrijven zou je ten eerste de tekst kunnen promoten doormiddel van media. Ook zou je, je tekst kunnen laten publiceren in grote hoeveelheden. En zo kan je er hedendaags veel aan verdienen.
3) Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.
    

a. Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?

De onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt, die volgens Johan van den Vondel onschuldig was.
b. In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
Hij verpakte de boodschap in een allegorisch verhaal. Dat houd in dat de personages en metaforen staan voor personen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid.


c. Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?

Hij liet duidelijk zien dat hij een partij had gekozen, en het niet eens was met de beslissing die was genomen tot executie van  Johan van Oldenbarnevelt.

d. Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?

Ja in het Rijksmuseum te Amsterdam.
 

Handleiding voor de tijdreiziger 

De renaissance, ook wel de wedergeboorte genoemd, was in de periode van de 15e-17e eeuw . De renaissacne is een periode die volgde op de middeleeuwen. Bij de wedergeboorte van de klassieke oudheid, werd er vooral bewondering getoont naar het oude Rome en had dus geleid tot een bewuste nabootsing van de cultuur. De invloed van de renaissance deed zich vooral gelden voor de elite, ofterwijl de mensen van adel. Vele middeleeuwse christelijke waarden werden in twijfel getrokken. Nu stond god niet meer centraal, maar de mens. Er werden vele nieuwe uitvindingen gedaan zoals de microscoop en de telescoop. Ook in de beeldende kunst was er verandering. Van de westerse kunst werd verwacht dat het de werkelijkheid zou weergeven.

Mensen die leefden in de tijd van de renaissance hadden een bepaald soort klederdracht wat voornamelijk bij de elite te zien was. Voorbeelden hiervan zijn spletenmode, waarbij de kleding van de mannen als het waren spleetjes in de kleding zitten om het comfortabeler te laten zitten. Bij de vrouwen was de hoepelrok helemaal in de mode, waarbij de omvang van de jurk2,5 tot wel 3 meter kon zijn. Ook droegen zowel mannen als vrouwen verschillende soorten kragen.

Hoe de mensen praatten vinden vele mensen raar, maar dat vind ik niet want dat is de manier hoe de mensen vroeger praatten. De lettergrepen zoals een dubbele 'a', werd vroeger als 'ae' opgeschreven. Ook vele oud Nederlandse woorden worden er gebruikt die sommige mensen vandaag de dag niet helemaal zullen begrijpen.

Zoals ik al eerder zei was er ook een grote verandering in de beeldende kunst. In de middeleeuwen werden illustraties gemaakt die geometrisch niet klopte. Tijdens de Renaisance kon je voor het eerst diepte en kloppende verhoudingen zien. Ook in de beeldhoud kunst werden er met realistische verhoudingen gewerkt. Een zeer bekende beeldhouwer tijdens de renaissance was Bernini.

In Amsterdam was de renaissance volop aanwezig. Er kwamen nieuwe gebouwen enzovoorts. Maar ook de mensen gingen met de tijd mee. Dichters bijvoorbeeld bedachten nieuwe dicht methodes. Een voorbeeld hiervan is een embleem. Een embleem is een gedicht met een illustratie erboven. Beroemde Nederlandse dichters zijn: Joost van den Vondel, Pieter Corneliszoon Hooft en Constatij Huygens. In het hedendaagse leven merk je nog steeds hun aanwezigheid in Amsterdam, omdat er plaatsen en straten naar deze mensen en ook hun famillie vernoemd is. Voorbeelden hiervan zijn het Vondelpark, van Baerlestraat en de P.C. Hooftstraat.

Een belangrijk gedicht dat je sowieso gelezen zou moeten hebben i het gedicht 'kinder-lyck' van Joost van den Vondel. Dit is een typisch voorbeeld van een gelegenheidsgedicht. Dit gedich heeft Joost van den Vondel geschreven ter gelegenheid van het overlijden van zijn zoon Constatijn.

Kinder-lyck
Constantijntje, ’t zalig kijntje,
cherubijntje, van omhoog
d’ ijdelheden hier beneden
uitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hij, waarom schreit gij,
waarom greit gij op mijn lijk?
Boven leef ik, boven zweef ik,
engeltje van ’t hemelrijk.
En ik blink er, en ik drink er
’tgeen de schinker alles goeds
schenkt de zielen, die daar krielen,
dertel van veel overvloeds.
Leer dan reizen met gepeizen
naar paleizen, uit het slik
dezer werreld, die zo dwerrelt.
Eeuwig gaat voor ogenblik.


Kunstwerk van Bernini        Joost van den Vondel
    

Het laatste avondmaal- Een goed voorbeeld van diepte in een schilderij

zaterdag 22 december 2012

De donkere kamer van Damokles

Over Willem Frederik Hermans

Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921, in het Diaconessenhuis te Amsterdam. In 1940 pleegden de zus van Hermans, op eenentwintig jarige leeftijd, en Piet Blind, met wie zij een geheime relatie mee had, zelfmoord. Hermans was toen achttien. In die tijd begon ook de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Deze traumatische ervaring en zijn gevoel van achterstelling en miskenning zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn schrijverschap. Verwijzingen van de zelfmoord van zijn zus komt in zijn boeken terug. Bijvoorbeeld in het boek 'De donkere kamer van Damokles' die we gelezen hebben heeft de hoofdpersoon in het begin van het verhaal ook een relatie met zijn nicht.

Hermans volgde zijn middelbare schoolopleidingaan het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam. Zijn vader drong aan om in 1940 sociale geografie te studeren, maar in 1941 stapte hij over op de studie fysische geografie die hij op 9 april 1943 haalde. Hermans weigerde echter de loyaliteitsverklaring te tekenen, waardoor hij zijn studie moest staken. De loyaliteitsverklaring is een verklaring die studenten in 1943 moesten tekenen tijdens de bezetting van Nederland. In die verklaring moesten zij beloven dat ze zich zouden 'onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk gerichte handeling'. Wie dat niet deed mocht geen college meer lopen. In 1953 werd hij benoemd aan het Rijksuniversiteit Groningen. Hermans promoveerde op 6 juli 1955 cum laude voor zijn proefschrift over aardlagen in de Ösling (Luxemburg).

Hermans werkte na de Tweede Wereldoorlog mee aan verschillende literaire tijdschriften, onder meer aan Criterium en Podium. Hierin werden delen van zijn eerste romans gepubliceerd die veel stof zouden doen opwaaien in het Nederlandse literaire wereldje en daarbuiten. Reeds tijdens de oorlog experimenteerde hij al veel met zijn drang tot schrijven. Hij trouwde op 4 juli 1950 met Emmy Meurs, een Surinaamse, met wie hij in 1955 een zoon kreeg genaamd Ruprecht. In 1952 werd hij vervolgd wegens een passage in Ik heb altijd gelijk, die beledigend zou zijn voor het rooms-katholieke volksdeel. Er volgde echter vrijspraak, omdat het om een uitspraak van een romanpersonage ging en niet van Hermans zelf.  In 1973 nam Hermans ontslag aan Rijksuniversiteit van Groningen. Hij vestigde zich als fulltime schrijver in Parijs. In het sleutelroman 'Onder professoren' nam Hermans wraak op zijn oude tegenstanders en het milieu dat hem uitgestoten had. Er zijn twee boeken uitgekomen die afrekenen met de stad Groningen en de universiteit daar, namelijk Uit talloos veel miljoenen (1980) en Ruisend gruis (1995).

In 1977 ontving hij in Brussel uit handen van de Belgische koning Boudewijn de Prijs der Nederlandse Letteren. Hermans zag dit als de belangrijkste en meest eervolle bekroning van zijn werk, vooral, omdat dit ook een blijk van waardering was in zijn geliefde België. Als kenner en liefhebber van de Franse taal en cultuur voelde hij zich in het Bourgondische België altijd erg thuis.

Hermans werk bestaat voornamelijk uit romans, korte verhalen, essays en filosofisch en wetenschappelijk werk. Ook heeft hij enkele gedichten en toneelstukken geschreven. Daarnaast geniet hij enige bekendheid als fotograaf en maker van collages. In 1957 werkte hij enige tijd als assistent bij de fotograaf Nico Jesse om ervaring op te doen in de fotografie. Zijn hobby was namelijk fotografie.

Willem Frederik Hermans stierf in 1995 in het Utrechts Academisch Ziekenhuis.



Willem Frederik Hermans
................................................................................................................

 
35 mm negatieven

 Amsterdams pand

Prins Hendrikskade

Een zilveren gulden

Hand geweer uit de tweede 
wereldoorlog

'De gele tram'

Oudezijds Voorburgwal anno 1940

Leica fotocamera

'North State Cigarettes'

Stengun
..............................................................................

Toelichting op
Foto's

De toelichting op waarom ik de foto's gekozen is simpel. Op de eerste foto zie je negatieven van een fotorolletje. In het verhaal ontwikkelt Osewoudt zulke rolletjes. De Leica camera die boven te zien is heb ik er ook tussen gedaan, want Osewoudt had die op zak in het verhaal. Net als het hand geweer. Ook zijn er boven foto's te zien van Amsterdam. Dit zijn zelfgemaakte kiekjes op één na, en dat is namelijk die van de Oudezijds Voorburgwal. Ik heb die foto's uitgekozen, omdat Osewoudt daar onder andere woonde en het verhaal zich daar ook vaak afspeelde.
Ook de gele tram komt vaak in het verhaal voor. Hij reisde veel door leiden en nam altijd de gele of blauwe tram.
De gulden heb ik uitgekozen, omdat Osewoudt die van Elly had ingenomen toen zij in Nederland arriveerden. Ook de advertentie van 'North State Cigarettes'heb ik ertussen staan, omdat er een bordje hing in zijn vaders winkel waar dat op stond.
En tot slot de Stengun waarmee Osewoudt om het leven wordt gebracht in het einde van het verhaal.

..................................................................................

verklaring titel

Het boek 'De donkere kamer van Damokles' heeft die titel gekregen, omdat Osewoudt  in het begin van het verhaal foto's ontwikkelt voor Dorbeck, en later ook bij Labare heeft hij foto's ontwikkelt. Maar dat is niet alleen de reden waarom de titel zo is. Ook is het zo omdat Osewoudt in een donkere cell gevangen zat.
Waarom het 'de donkere kamer van DAMOKLES' heet weet ik eigenlijk zelf niet aangzien dat de leraar is die alleen in het begin van het verhaal voorkomt
..................................................................................
Naschrift

'Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.
Men zou wel kunnen zeggen: "Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek."
- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.'

- Ludwig Wittgenstein

Dit motto past goed bij het boek, want in het verhaal moet Osewoudt allemaal opdrachten uitvoeren voor een man genaamd Dorbeck. Soms is Dorbeck er maar heel even en dan weer weg. Als je hem wilt zoeken weet je nooit waar hij is. Aan het eind van dit verhaal gaat Osewoudt ook Dorbeck maar vind hem dan uiteindelijk niet. Veel mensen geloofde Osewoudt niet, en dachten dat Dorbeck een verzonnen figuur was, maar hij bestond wel degelijk.



..................................................................................

Lofrede

Naar mijn mening is mijn lofrede niet echt een lofrede. Ik vond het boek namelijk erg langdradig. Soms was het verhaal wel meeslepend, en wat ik ook goed vond is hoe de personages gedetailleerd omschreven werden. Zo kon je, je echt een beeld schetsen over het verhaal. Maar ik vond dat dat er te weinig actie in het boek kwam. Hoe de schrijver zo langdradig situaties schetste verveelde me een beetje na een tijdje. En daarom vind ik zelf de lofrede van Claudia de Breij een beetje te enthousiast voor wat het was. Waar ik het wel eens mee was van de lofrede van haar is de zin in het boek, 'en hoe slecht dat zie je pas tijdens de Duitse bezetting'. Waarom ik dat zo een mooie zin vond is omdat ze in het boek achter de landverraders achteraan gaan. Voor de rest vond ik het boek wel oké.

Daniël Declercq
..................................................................................


Bronvermelding: